Solitude is iets wat ik altijd heel fijn heb gevonden. Ik vind het eerlijk om alleen te zijn. Als introvert heb ik echt mijn alleen-tijd nodig om tot mezelf te komen en op te laden. Een vriendin van me is precies het tegenovergestelde; zij vindt het echt verschrikkelijk om alleen te zijn en is het liefst altijd omgeven door mensen. Het zal je niet verrassen dat zij een typische extrovert is. Toen de pandemie de wereld overspoelde en de eerste lockdown werd geïnitieerd, besefte ik dat de sociale isolatie mijn vriendin het heel zwaar ging vallen. Ik daarentegen, kon doen waar ik echt goed in was. Maar hoe komt het dat de een naar afzondering verlangd terwijl de ander het juist helemaal niet wil? Wat gebeurt er precies in onze hersenen als we alleen zijn? En bestaat er zoiets als te veel afzondering? Wat er in je hersenen gebeurt als je alleen bent Eind jaren 90 was er een onderzoek van Washington University waarbij werd gekeken naar welke delen van de hersenen betrokken waren bij het uitvoeren van verschillende taken. Ze ontdekten dat er meerdere gebieden zijn die extreem actief worden wanneer er geen externe taken of afleidingen zijn. Het waren allemaal gebieden die zich richten op zogeheten zelf-referentiële processen, zoals het ophalen van persoonlijke herinneringen (lees ook: mensen zijn altijd aan het tijdreizen), het verwerken van emoties en het evalueren van binnenkomende data. Al deze gebieden leken tijdens afzondering in tandem te werken. De onderzoekers benoemden deze het ‘default mode network’, oftewel het standaard modus netwerk. Wanneer er praktisch geen externe afleidingen zijn en we laten onze gedachten de vrije loop, begint het ‘default mode network’ op volle capaciteit te werken. Blijkbaar speelt dit een cruciale rol in de realisatie van de zelf, of het vormen van een gevoel van identiteit. Daarnaast bevrijd het de geest van iets dat binnen de wetenschap het ‘spotlight effect’ wordt genoemd. Wanneer we ons in een openbare omgeving bevinden, hebben we de neiging om de mate waarin anderen onze prestaties en fouten opmerken sterk te overschatten – zodra we alleen zijn, stoppen onze hersenen met inbeelden dat ons gedrag zo zichtbaar is. Een andere studie over de voordelen van afzondering uit 2003, verduidelijkt dit met het voorbeeld van in een museum zijn: “Wanneer onze beleving van het bekijken van een schilderij in een museum verandert wanneer er een andere persoon de ruimte binnenloopt, wordt onze subjectieve ervaring beïnvloedt door zelfs de kleinste interactie met de andere persoon.” (…) “We zijn ons dan niet alleen meer bewust van het object waar we naar kijken, maar ook van onszelf als kijkers.” Comfortabel alleen zijn Ik beschouw de relatie die ik met mezelf heb als mijn primaire relatie, dus het is belangrijk voor me dat ik me comfortabel voel in mijn eigen gezelschap. Ik heb ook het gevoel dat wanneer ik voldoende alleen-tijd heb, ik meer in het moment kan zijn zodra ik in het gezelschap van andere ben. Het stelt me in staat om hen mijn volledige aandacht te geven, in plaats van dat ik me constant moet terugtrekken omdat ik overweldigd raak door hun emoties of door andere prikkels. Ja, het is niet altijd even makkelijk om een hypergevoelige empath te zijn, maar met voldoende alleen tijd ben ik beter gezelschap, een betere luisteraar, een betere vriendin. Ik weet zeker dat veel introverts zichzelf hierin kunnen vinden. Verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat voldoende afzondering ons helpt om tot onszelf te komen, creatiever te zijn en een bewuster leven te leiden. Te veel afzondering kan echter heel schadelijk zijn. Mensen zijn nu eenmaal sociale wezens. We kunnen onze alleen-tijd nog zo zijn vinden, we moeten nog steeds verbinding maken met anderen, zowel emotioneel als fysiek. Verlangen naar menselijke connecties Ik weet nog hoe het was toen die eerste lockdown werd ingevoerd. Mijn extraverte vriendin is een tattoo artiest, dus toen haar shop dicht moest kon ze niet werken. Ze dacht dat ze gek werd. Voor mij persoonlijk was het geen probleem. Ik was “goed in social distancing.” Natuurlijk miste ik mijn vrienden, maar ik denk dat het me makkelijker af ging dan veel andere mensen. Ik had er geen moeite mee om een tijdje binnen te blijven. Ik werkte sowieso al de meeste dagen vanuit huis, dus het was niet zo dat er heel veel voor me veranderde. Gedurende die eerste twee jaar gingen kwamen er meerdere lockdowns, de ene strenger dan de andere. Toen, in december 2021, net toen het erop leek dat de situatie onder controle begon te komen, dook omicron op en werd de vierde lockdown ingevoerd. Het was een strenge. En het raakte me hard. Compleet onverwachts. Ik heb me dagenlang afgevraagd waarom. Ik was zonder problemen door die eerdere lockdowns heen gekomen. Waarom werd ik dan zo ongelofelijk somber en gefrustreerd van deze? Het antwoord bleek in feite heel simpel. Het had gewoon te lang geduurd. De gevaren van langdurige isolatie Er was een studie waarbij mensen gedurende 6 tot 15 minuten alleen werden gelaten in een ruimte, zonder enige afleiding. Er was alleen een apparaat aanwezig dat elektrische schokken kon toedienen. Tot verbazing van de onderzoekers zagen ze dat bijna 70 procent van de mannen en 25 procent van de vrouwen ervoor koos om zichzelf schokken toe te dienen. In een ander deel van de studie werden de deelnemers gevraagd om thuis alleen te zijn met hun gedachten, gedurende 10 tot 15 minuten – zonder enige afleiding. Meer dan de helft van de deelnemers gaf toe dat ze vals gespeeld hadden; ze waren opgestaan en rond gaan lopen, hadden muziek aangezet of afleiding gezocht op hun mobiel. Dit is natuurlijk gedrag. Een studie uit 2000 liet zien dat gevangenen in eenzame opsluiting gebukt gaan onder extreme stressniveaus, waardoor zij aanzienlijk sneller psychiatrische stoornissen ontwikkelen dan andere gevangenen. Te veel afzondering kan ervoor zorgen dat mensen letterlijk hun verstand verliezen. Tot slot Zelfs mensen die opbloeien bij afzondering, kunnen niet langdurig alleen blijven. Introverts, extroverts en