#1. Zoek een plek om te wandelen.
Het eerste dat je nodig hebt is natuurlijk een plek om te wandelen. Het belangrijkste is dat het een rustige plek is waar je niet constant andere mensen tegenkomt. Dat is praktisch onmogelijk als je in de stad woont, dus tenzij je het geluk hebt dat je heel afgelegen woont (zoals op een onbewoond eiland), probeer eens een ruimte in je huis of je appartementencomplex. Zolang je voldoende ruimte hebt om minimaal tien stappen in een cirkel of een rechte lijn te zetten, dan zit je goed. Binnen lopen heeft een extra voordeel: je kunt het op blote voeten doen, wat schijnbaar de effecten van deze oefening vergroot.
#2. Niet staren, gewoon kijken.
Waar conventionele meditatie oefeningen doorgaans om gesloten ogen vragen, is het echt niet aan te raden om een wandeling te maken met je ogen dicht. Ook niet als je gewoon rondjes loopt in een veld met niets waar je tegenaan kunt lopen. Je kunt je blik het beste iets voor je voeten op de grond richten. Zorg ervoor dat je niet naar iets in het bijzonder gaat lopen staren; blijf gewoon kijken, zonder je blik te fixeren.
#3. Focus op je ademhaling.
Focus op je ademhaling, net zoals je zou doen wanneer je met conventionele meditatie begint. Adem in door je neus en uit door je mond. Let op hoe je ademhaling voelt.
#4. Wees je bewust van je bewegingen.
Wees je behalve van je ademhaling ook bewust van de gevoelens die je ervaart met elke beweging. Voel hoe je gewicht zich verplaatst wanneer je een voet voor de andere zet. Hoe de grond onder je voeten aanvoelt. Dit moet intenser zijn als je op blote voeten loopt.
#5. Erken wat je voelt.
Hoewel je je bewust moet zijn van je bewegingen, dienen ze vooral als referentiepunt; je focus moet vooral liggen op wat je voelt bij het maken van die bewegingen.
#6. Loop langzamer dan je normaal zou doen.
Probeer langzamer (en met kleinere stappen) te bewegen dan wanneer je zou doen wanneer je gewoon een blokje om gaat; dit helpt om je meditatieve staat te verdiepen.
#7. Als je gedachten afdwalen, kom dan weer terug bij jezelf.
Je gedachten zullen onvermijdelijk afdwalen. Maak je daar niet druk over. Het is heel normaal om weg te dromen en te denken over het verleden of de toekomst, vooral als het hele mindfulness gebeuren nog nieuw voor je is. Zodra je merkt dat je je focus verliest, breng jezelf dan zachtjes terug naar het heden en vervolg je mindful wandeling.
Tot slot
Zodra je het een beetje door begint te krijgen kun je proberen om buiten een mindful wandeling te maken. Misschien begin je dezelfde principes wel toe te passen op wanneer je door kantoor, de supermarkt of het treinstation loopt. Zodra je leert om je focus te sturen en volledig aanwezig te zijn in het heden, kan elke wandeling een mindful wandeling worden.